• W16
  • Posts
  • Na kort kerstbestand spreekt Bouchez alweer oorlogstaal: “Ik ga de mensen die mij hebben verkozen niet verraden."

Na kort kerstbestand spreekt Bouchez alweer oorlogstaal: “Ik ga de mensen die mij hebben verkozen niet verraden."

Dit weekend de clash?

📩 Een korte nieuwsbrief, later wegens het verlof, maar er is weinig te melden. Wel een lang kerstinterview, vandaag met Melissa Depraetere (Vooruit). Klik hier om de podcast te beluisteren.

🎄 Kerst is amper voorbij, en de formatie trekt zich weer op gang met technische werkgroepen. Normaal voert men dit weekend de forcing, met de kopstukken.

🥊 Tegelijk start de oorlogstaal opnieuw: in een interview haalt Georges-Louis Bouchez (MR) uit naar de fiscale eis van links om de “sterkste schouders” meer te laten dragen. “Dat zijn belastingen op kmo's, kleine zelfstandigen, werknemers... dat is stevig misleidend.”

📓 In Brussel is van een doorbraak geen sprake. Open Vld’er Frédéric De Gucht houdt stevig vast aan N-VA, en komt met verbijsterende details over de Brusselse begroting.

🤝 In het kerstinterview: Depraetere heeft er goede hoop op dat Diependaele I geen kibbelkabinet wordt. “Acht van de negen ministers zaten ook effectief elk moment van de discussies aan tafel, deze zomer. Hilde Crevits, Jo Brouns, Zuhal Demir, noem maar op. Niemand kan achteraf zeggen dat het niet was afgesproken. We zaten er allemaal bij.”

🤜 Als oud-voorzitter, gedurende de zes maanden campagne, claimt Depraetere ook ‘haar wapenfeit’: “Als ik een verrassing moet kiezen, is het dat we extreemrechts hebben verslagen. (...) Wij waren de enige die zeiden dat dat dé inzet was. We hebben daar toen veel kritiek op gekregen, omdat velen zeiden dat die aanpak het Vlaams Belang net groter zou maken. Maar ik vond dat onze verantwoordelijkheid."

Om te lezen: Het kerstinterview met Melissa Depraetere.

“2024 is een heftig jaar geweest: twee campagnes, twee formaties. Pittig dus.” (lacht)

U bent ondertussen al partijvoorzitter geweest én nu vice-minister-president. Wat prefereert u?

“Het voorzitterschap heb ik aangenomen, omdat de situatie nu eenmaal was wat ze was. Dus er waren op dat moment natuurlijk ook niet zo heel veel opties, want we zaten heel dicht bij die verkiezingsdag. Dus daar moest iemand gewoon onmiddellijk van start kunnen gaan.”

En Conner Rousseau wilde enkel u als opvolger?

“Ja, dat had hij wel heel duidelijk gemaakt, maar daar was ook binnen onze partij geen discussie over. Dus ons partijbureau heeft dat ook heel snel unaniem goedgekeurd, omdat op zo'n moment, kort voor een verkiezing, zoek je naar iemand die de partij al goed kent, die wel wat dossiers al goed kent. En ik was wel al fractieleider in het Federaal Parlement, waardoor ik ook al heel veel grote debatten mee had gevoerd. Dus op dat moment leek dat wel logisch.” 

“Was ik daar heel enthousiast en blij mee? Ja, op dat moment natuurlijk niet, want je ziet vooral de twee mogelijke scenario's.”

“Het herstel van de partij ging voor. Want we zaten toen op een heel moeilijk moment. Maar ik besefte wel op voorhand: dit kan goed aflopen, maar natuurlijk kan het ook de complete neergang worden. En daar wil je natuurlijk niet voor verantwoordelijk zijn.” 

Maar het werd een succes: u hebt iedereen aangenaam verrast, als voorzitter?

“Ja, het waren sowieso grote schoenen om te vullen. Conner is een politiek talent. Zo iemand verschijnt maar eens om de zoveel jaar op het politiek toneel. En het had ook helemaal anders kunnen aflopen.” 

“Achteraf gezien ben ik daar heel tevreden mee, hoe het is gelopen. Ik heb ook op zes maanden tijd meer geleerd dan ik anders op vijf- of tien jaar tijd had kunnen leren. Maar ik dacht wel op het moment dat mij die opdracht werd toebedeeld, dat het echt geen cadeau was. Het was natuurlijk een groot risico.”

“Ik heb de voorbije jaren veel mogen leren van Conner, maar ook van de Frank Vandenbroucke en Caroline Gennez. De steun van die mensen heeft het proces versneld. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik er niet te veel over heb nagedacht en gewoon in die opdracht ben gevlogen. Het was ook een heel fijne campagne, moet ik ook wel zeggen, zeker met een mooi resultaat.”

Dus toch gelukkig als voorzitter?

“Op 9 juni? Ja, absoluut. Maar ik wilde die job echt niet blijven doen.” (lacht)

“Dat was voor mij al van bij de start duidelijk. Het was ook mijn eerste reactie toen Conner zei dat hij mij wilde als opvolger. Hij zei: ‘Je bent de enige aan wie ik dit wil toevertrouwen, want we hebben hier samen zo hard aan gewerkt. Ik wil dat werk ook niet verloren laten gaan.’ Maar ik was zelf nooit vragende partij. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen. Ik heb wel van bij de start tegen een aantal mensen intern gezegd dat ik dit niet wilde blijven doen. ‘Ik doe dit omdat het moet.’”

En op verkiezingsdag zelf?

“De puzzel viel weer in elkaar, wij hadden goed gescoord. We waren een van de winnaars van die verkiezing. Maar er was ook natuurlijk Conner die een mega-resultaat had gehaald. Ik zelf trouwens ook. Dus wij werden alle twee beloond door de kiezer.” 

“Dus ik had zoiets van: oké, ik kan met een gerust hart een stapje opzij zetten als voorzitter, om iets anders te gaan doen wat ik misschien liever wil doen. En we hebben terug Conner, die ook een heel goede voorzitter is geweest voor onze partij.”

Hij wist dat ook wel op voorhand, maar hij heeft zelf heel lang gezegd: ‘Ik kom niet direct terug’. Er speelde een beetje onzekerheid over hoe de kiezers zouden reageren op alles wat er was gebeurd. Maar hij stond daar die avond wel met een monsterscore als lijstduwer. Het is niet evident om zo'n resultaat neer te zetten. Hij heeft meer voorkeurstemmen gehaald dan de premier. Dat zegt wel iets. En ja, de puzzel viel in mekaar. Voilà.”

Wat was je hoogtepunt van afgelopen jaar? 

9 juni. Maar ik wist eigenlijk de uitslag niet op het moment dat we het podium opgingen: mijn persoonlijk resultaat was er niet. Dat kwam pas later op de avond, maar ik was gewoon zo content omdat daar zoveel aan vooraf was gegaan en omdat ik het gevoel had van: we staan hier terug.”

“We zijn ook door die hele periode niet verdeeld geraakt als partij. Ik vind dat een ongelofelijke prestatie. En als je dan op dat podium staat en je ziet al onze parlementsleden, sympathisanten, kandidaten daar staan, zeer enthousiast omdat wij voor het eerst in een heel lange periode terug verkiezingen hadden gewonnen, ja, dan geeft dat toch wel een gevoel van: ‘Okay, we zijn vertrokken voor de komende jaren en we komen eigenlijk sterker uit een heel moeilijke periode.”

Want er waren ook veel minder goede momenten geweest hé. Op het moment dat ik de vraag kreeg om voorzitter te worden, zit je in een soort adrenaline en is het gewoon van: ‘gaan’. De eerste dagen, zelfs de eerste weken, teer je daarop. Maar vooral in januari en februari had ik toch zoiets van: ‘Oei, oké, we hebben nu die eerste periode gehad’.”

En de peilingen gingen ook wel naar beneden?

“Inderdaad. We gingen richting die campagne en dan merkte je toch wel dat de partij wat schade had geleden. Het ging ook niet meer over inhoud, het ging continu over onze partij, over de personen, en niet meer over ons verhaal rond koopkracht, rond zorg, waar wij in de jaren daarvoor wel heel goed werk op hadden geleverd. Dus toen zat ik ergens in een soort twijfel: hoe zorgen we ervoor dat het wel terug over de inhoud kan gaan?”

Ik ga daar niet flauw over doen, ik was zelf ook heel bezorgd over de vraag of Conner wel of niet zou terugkomen, want dat was in die periode het meest onzeker. Hij was eigenlijk heel gelukkig. Dat weet ik wel, hij had ook een zware periode gehad natuurlijk, maar het toonde wel dat er ook andere dingen zijn dan politiek.” 

“Hij had een succesvolle andere carrière, was een beetje uit de schijnwerpers, en hij heeft gezien dat het ook voordelen heeft om niet zo hard onder die spotlight te staan. Maar ik was er wel heel hard van overtuigd dat we hem nodig hadden en dat hij moest terugkomen. Hij had ervaring om dat op een goede manier te doen. Je wil met de sterkste mensen naar het front gaan. Conner was daar een van.”

Was dat de verrassing van het jaar?

Als ik een verrassing moet kiezen, is het dat we extreemrechts hebben verslagen. Niet alleen wij als partij, maar wij hebben er wel een specifieke campagne op gevoerd.”

“Wij waren de enige die zeiden dat dat dé inzet was. We hebben daar toen veel kritiek op gekregen, omdat velen zeiden dat die aanpak het Vlaams Belang net groter zou maken. Maar ik vond dat onze verantwoordelijkheid, om mensen er ook op te wijzen dat als Vlaams Belang aan de macht komt, dat niet goed zal zijn voor uw koopkracht, uw veiligheid, uw vrijheid. Ik vond dat heel belangrijk.” 

“Uiteindelijk zijn we er wel in geslaagd, wij niet alleen. Bart De Wever heeft ook een fantastische campagne gevoerd en ook heel wat debatten tegen Tom Van Grieken gewonnen. Maar we zijn er wel in geslaagd om duidelijk te maken dat het Vlaams Belang voor heel veel mensen absoluut geen goede optie is. Mensen hun ogen zijn wel voor een stuk opengegaan en het belangrijkste resultaat daarvan is dat zij niet in de Vlaamse regering zijn terechtgekomen.” 

‘Want ik denk dat een jaar geleden bijna iedereen dacht dat Vlaams Belang en N-VA samen groot genoeg zouden zijn. Voilà. Toen waren er niet veel scenario’s waarbij wij met drie partijen dan toch die Vlaamse regering konden vormen.”

De uitslag heeft ons dus veel leed bespaard, anders waren de Vlaamse onderhandelingen misschien ook nog altijd bezig. Intussen zit daar wel een ploeg in het zadel die gewoon volle bak bezig is met beleid voeren.”

Het cordon sanitaire sneuvelde in Izegem, in uw provincie. Met een burgemeester Kurt Grymonprez, zowaar een ex-socialist? Met mensen op zijn lijst die bij de vakbond en de socialistische mutualiteit zitten? 

Ik heb Kurt Grymonprez zelf ook nooit gekend, hij is ooit jaren geleden schepen geweest voor toen nog de SPA. Hij is daar ook wel uit de partij gezet op een bepaald moment. Er is daar ooit iets verkeerd gelopen, waardoor hij de partij ook heeft moeten verlaten. Dat is iets van lang geleden. Maar waarom hij het cordon heeft doorbroken en met Vlaams Belang is samengegaan? Ik weet het niet, misschien vanuit een burgemeestersambitie.”

Het is natuurlijk niet fijn om te zien. Maar feit blijft dat enkel op lokale plaatsen, waar er geen partijbanden meer zijn en het lokale lijsten zijn, dat daar het cordon wordt doorbroken. We zullen nog moeten zien wat dat experiment oplevert.” 

“Maar in elk geval zie je nu al een heel verdeelde stad, in Izegem. En het is net vaak het lokale niveau dat die verdeeldheid kan overstijgen en de mensen wel bijeen krijgt.”

Over een verdeelde stad gesproken, Gent was dit jaar ook toch wel een heel speciaal geval, voor jullie als partij? De eigen kopstukken onderhandelden een akkoord, en werden door de basis afgeschoten: wat is daar gebeurd?

“Wij bestuurden daar samen met de liberalen, in een toch wel een progressievere stad. De verkiezingsuitslag zorgde ervoor dat er ook wel opties waren om eens met andere partijen te spreken, zoals met N-VA.” 

“Want laat ons eerlijk zijn: de voorbije jaren is er vaak wel wat conflict geweest tussen bijvoorbeeld onze partij en Groen. Dat wij een heel andere visie hebben op mobiliteit, en er zijn een aantal discussies gevoerd waarbij wij natuurlijk het koopkrachtverhaal ook heel belangrijk vonden. De LEZ-zone, om maar een voorbeeld te geven waar Groen nog forser wilde uitbreiden, terwijl wij eerder van mening zijn dat als mensen geen elektrische wagen kunnen kopen, je die mensen toch ook wel nog mee moet hebben.”

“Dus daar zijn een aantal discussies geweest. Dat zorgde ervoor dat na de verkiezing onze lokale mensen ook zeiden: oké, laten we onze opties aftasten. Het belangrijkste is altijd inhoud. Ja, en dat was eigenlijk een heel progressief akkoord, dat we onderhandelden met de N-VA. Voor mensen die dat hebben ingekeken, dat was quasi ons partijprogramma.”

Onze onderhandelaars, wij ook, zagen daar een heel goede basis in zat om over te onderhandelen. Dat is ook gebleken toen de achterban zich daarover uitsprak. Iedereen zei: ‘Chapeau, Joris, Astrid, Freya, fantastisch onderhandeld. De inhoud die op tafel ligt is heel goed,dat is ons partijprogramma. Maar ja, met de N-VA, dat zien we toch precies als partij niet zitten’.

Straf want jullie zitten wel in de Vlaamse regering met N-VA?

Ik moet zeggen, ook op dat niveau hebben we natuurlijk op heel veel zaken een verschillende visie. Maar je moet met partijen kunnen samenwerken”. 

“Alleen, je achterban heeft recht om daar tegen te stemmen en als die daarvoor kiest, dan moet je opnieuw aan de slag. Dat hebben onze mensen ook gedaan. Ondertussen is er nu een goed en stevig akkoord met een andere partij. We zijn terug aan de slag.”

Even over de Vlaamse regering? Had u dat zien aankomen, dat u daar zou minister worden?

“Nee, eigenlijk niet. Ik had nooit echt mijn zinnen op het Vlaamse niveau gezet. Daar moet ik eerlijk in zijn. Ik ben fractieleden in de Kamer geweest, dus ik ken vooral die federale dossiers. Maar natuurlijk, er is heel wat gebeurd het laatste jaar. Ten eerste als voorzitter heb ik mij ook in die Vlaamse thema's moeten verdiepen.”

“En dan was er ook die campagne waar ik gemerkt heb dat heel veel mensen bezig zijn met die Vlaamse thema's. Dus in de media leeft dat vaak minder dan het federale niveau. Maar als je van deur tot deur gaat, dan spreken mensen over een bus, over een kinderopvang, over het rusthuis. Dus dat gaat wel heel vaak over verbouwingen, onderwijs, noem maar op. Dus heel vaak over die Vlaamse thema's, die voelen heel dicht voor veel mensen.’

"Tijdens de onderhandelingen hebben Conor en ik op een bepaald moment gezegd dat we beiden de federale en Vlaamse onderhandelingen zouden doen. Vlaams samen met Caroline Caroline en federaal met Frank Vandenbroucke. Maar dat was ook niet houdbaar om dat allemaal te combineren.”

“Dus op een bepaald moment heb ik me meer gefocust op het Vlaamse niveau en Conor wat meer op het federale. En ik vond het ook gewoon plezant. Het was een fijne ploeg, de sfeer zat goed. Dat was toch iets anders dan het federale op dat moment.”

“Op het Vlaamse niveau heeft men gewoon sneller een soort vertrouwen in elkaar. De mensen leerden elkaar ook wat sneller kennen. Die zitten natuurlijk ook met minder aan tafel. Dat helpt ook wel wat. Er is ook geen taalbarrière. Federaal, over de zomer, was dat gewoon nog een stuk moeilijker.”

Hoe is de verhouding met de minister-president?

“Dat loopt goed. Voor Matthias Diependaele is het ook een nieuwe uitdaging. Het is ook zijn eerste keer als minister-president. Ik vond dat hij daar bij de start heel eerlijk en transparant over was. Ik herinner mij mijn eerste gesprek bij hem op zijn bureau. Hij zei dat het voor hem ook iets nieuws was. ‘Ik zoek ook nog een beetje hoe we dit moeten doen’.”

U hebt er goede hoop op dat dit geen kibbelkabinet gaat worden?

Wel, wat in het voordeel spreekt, denk ik, van die Vlaamse regering, is dat wij over de zomer met bijna alle ministers aan tafel zaten om dat regeerakkoord te maken. Dus acht van de negen ministers zaten ook effectief elk moment van de discussies aan tafel. Alleen Cieltje Van Achter was er toen nog niet bij.” 

“Hilde Crevits, Jo Brouns, Zuhal Demir, noem maar op. Iedereen weet goed wat we hebben afgesproken. Dat is een voordeel om die discussies te vermijden. We kennen alle gevoeligheden, we weten op welk thema we kunnen gaan. Niemand kan achteraf zeggen dat het niet was afgesproken. We zaten er allemaal bij.”

En toch een soort superportefeuille voor u? Met Klimaat, Wonen, Energie, maar ook Toerisme en Jeugd? 

“Ik had aan Conor op een bepaald moment gezegd dat er vijf bevoegdheden waren waar ik iets in zag voor mezelf. Een bevoegdheid moet ook bij je passen natuurlijk. Dat verlanglijstje had ik doorgegeven als bevoegdheden die heel hard rond koopkracht gaan.”

“Ik ben de voorbije jaren ook heel veel met koopkracht bezig geweest. Ik wilde daar heel graag op verderwerken, zorgen dat mensen een betaalbare woning hebben, kunnen renoveren, dat die energiefactuur wordt hervormd enzovoort.”

“Toerisme is ook een van mijn bevoegdheden. In West-Vlaanderen is het de meest toeristische provincie qua overnachtingen. Jeugd vond ik een fijne bevoegdheid omdat ik hier al leidster ben geweest. Ik had dus mijn verlanglijstje klaar.” 

“Alleen niet helemaal verwacht dat ik meteen alle vijf die bevoegdheden zou binnenhalen. Ik heb zeker werk genoeg.” (lacht)

“Mijn belangrijkste prioriteit op dit moment zijn de renovaties. Omdat heel veel mensen al moeite hebben om een woning te kopen, laat staan om die dan te renoveren. Dus ik merk het gewoon, zeker ook starters, jonge gezinnen, ja, er komt een enorme kost bij. En het is een grote drempel voor veel mensen. We zien het ook in de cijfers. Ja, we zijn bij de slechtst gerenoveerde woningen van heel Europa.”

“Dus daar wil ik echt wel mensen helpen en inzetten op de slechtste woningen. Dat is een beetje een ander beleid dan de voorbije jaren. Toen is heel veel budget vrijgemaakt voor premies, wat positief is. Alleen voor iedereen, waardoor je dan natuurlijk net de mensen krijgt die al de ruimte hebben om te renoveren.” 

“Maar de mensen die geen marges hebben en vaak in de slechtste woningen terechtkomen, die slecht zijn voor hun gezondheid, die blijven wel wat achter. Dus we gaan proberen om die aller slechtste woningen naar een beter niveau te krijgen. Dat zal goed zijn voor hun gezondheid, maar ook voor hun koopkracht als hun energiefactuur daalt. En natuurlijk ook voor het klimaat, voor de planeet. Dat zou een win-win voor alles moeten zijn.”

Maar mensen worden ook wel boos als er geen zekerheid is. Als ze een budget maken voor verbouwingen en in één keer vallen stevige premies weg, is dat ook wel lastig.

“Daarom dat we een aantal keuzes duidelijk moeten maken. Bijvoorbeeld als het gaat over de renovatieplicht. Dat is een van de kritieken die ik als minister van klimaat heb gekregen. Er was eigenlijk een verstrenging voorzien. Iedereen moest renoveren tot label D als de renovatieplicht en de vorige regering had daar nog een verscherping opgezet om echt naar A of B te gaan. De allerbeste woningen dus. We hebben dat nu even on hold gezet.”

Ik vind dat een goede maatregel om ervoor te zorgen dat we eerst die slechtste woningen naar een goed niveau kunnen brengen. Als mensen nog verder renoveren, dat prima, maar ik wil daar mensen nu niet toe verplichten. Waarom? Omdat je dan echt wel zegt tegen mensen, je moet nu een warmtepomp installeren, moet nu een elektrische wagen kopen. Als mensen dat niet kunnen betalen, dan duw je hen letterlijk in de miserie.” 

“Ik wil veel meer focussen op een collectieve aanpak, op steun vanuit de overheid. Om hele appartementsgebouwen te gaan helpen, zowel financieel, maar ook in begeleiding, want het is vaak moeilijk om je weg te vinden.”

Klimaat wordt door veel mensen concreet wel meer en meer gezien als een last. Alleen al de administratieve rompslomp bij verbouwingen is ongelofelijk: is dat de uitdaging?

“Het is geen makkelijk thema. Ik heb ook niet voor makkelijke thema's gekozen, want ik zie daar wel een uitdaging. We moeten wel aantal stappen zetten die goed zijn voor het klimaat, maar die vooral ook voor de mensen zelf belangrijk zijn. Ten eerste, denk ik dat niemand op een ramp zoals in Valencia zit te wachten, waarbij de schade enorm is en menselijk leed zo mogelijk nog groter.”

“Maar als wij heel afhankelijk blijven van Russisch gas, van olie uit Saoedi-Arabië, noem maar op, dan gaat onze energiefactuur ook ongelooflijk hoog blijven. We hebben dat twee jaar geleden gezien. Daar waren toen facturen tot 1.000 euro per maand voor gewone gezinnen, oude mensen, noem maar op. Dus dat was echt wel enorm.” 

“Als we daar iets willen aandoen, dan gaan we toch wel onze klimaatinspanning moeten leveren. En als we geen klimaatinspanningen leveren, komt er ook een grote factuur vanuit Europa. Dan gaan wij alsnog betalen om woningen in Roemenië of in Bulgarije te gaan verbouwen. Dan heb ik wel liever dat we hier een goed beleid uitwerken, maar dat we mensen mee krijgen.”

“Maar ik ga er niet flauw over doen. Ik vind het klimaat superbelangrijk. We moeten onze inspanning leveren, maar ik laat het niet gebeuren dat mensen daar de prijs voor moeten betalen.”

Hoe was het in Bakoe, voor de klimaattop in Azerbaijan? 

“Dat land is bijzonder. Ze hebben nog wat werk, ook op vlak van klimaat. Je ruikt daar het gas als je op straat loopt. Dat is niet het grootste voorbeeldland, maar ook wat mensenrechten betreft is dat daar problematisch. Zo’n COP is een ongelooflijk diplomatiek event. Dat is iets minder mijn ding, daar moet ik niet flauw over doen. Maar ik vond het belangrijk om te gaan.” 

Waarom?

“Er worden wel heel wat beslissingen genomen waar elk land ook aan gebonden is op een of andere manier. Als je daar niet mee aan tafel zit, dan beslist men in uw plaats. En zeker wanneer het ging over financiering: dat was het hoofdthema van de klimaattop. Dan werd er beslist dat er wereldwijd veel meer moet worden geïnvesteerd in het klimaat. Ja, dan ben je daar wel graag bij.

Logisch is het toch allemaal niet, dat de grootste CO2-uitstoter China niet mee zou betalen?

“China is een perfect voorbeeld. Maar evengoed Brazilië en een aantal andere landen die heel snel groeien qua economie, die dus ook een grote impact hebben op het klimaat, maar die eigenlijk ook wel iets meer een bijdrage zouden kunnen leveren. Verenigde Staten evengoed. En dat was natuurlijk wel de discussie van die klimaattop. En daar zijn toch wel wat stapjes vooruit gezet.”

Hebt u goede voornemens voor 2025?

“Mijn persoonlijk goed voornemen is om weer wat meer te gaan lopen. Ik was net voor, ik werd bezig met trainen voor een halve marathon en daar ben ik dan maar mee gestopt, want daar was geen tijd meer voor. Maar nu wil ik daar graag weer van start gaan, ja, wat meer lopen.”

Reply

or to participate.